growth
Betekenis
- An increase in size, number, value, or strength.
- Ellipsis of economic growth.
- An increase in psychological strength or resilience; an increased ability to overcome adversity.
- The act of growing, getting bigger or higher.
- Something that grows or has grown.
- An abnormal mass such as a tumor.
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ɡɹoʊθ/
Etymologie
From grow + -th. Compare Old Frisian grēd ("meadow, pasture"; > North Frisian greyde (“growth, pasture”)), Middle High German gruote, gruot (“greens, fresh growth, shoot”), Old Norse gróðr ("growth, crop"; > Faroese grøði, Danish grøde (“fruits”), Swedish gröda (“crop, harvest”)). More at grow.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " growth " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen
Carthage's prosperity fostered the growth of the Berber kingdoms , Numidia and Mauretania .
De welvaart van Carthago bevorderde de groei van de Berber Kingdoms, Numidia en Mauretania.