zegt…
Eles Voornaamwoord falam Werkwoord sobre 🔛 Ondergeschikte conjunctie aprender Werkwoord com Adpositie seus Bepaler erros Zelfstandig naamwoord , mas Coördinerende conjunctie não 🚫 Bijwoord admitem Werkwoord seus Bepaler próprios Bijvoeglijk naamwoord erros Zelfstandig naamwoord .
Voornaamwoord
Werkwoord
🔛
Ondergeschikte conjunctie
Werkwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Coördinerende conjunctie
🚫
Bijwoord
Werkwoord
Bepaler
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Ze praten over leren van hun fouten, maar ze geven hun eigen fouten niet toe. Ze praten over leren van hun fouten , maar ze geven hun eigen fouten niet toe.
Woorden en zinnen
eles
-
- masculine third-person plural nominative personal pronoun; they
- masculine third-person plural prepositional pronoun; them
- (Brazil) masculine third-person plural personal pronoun used in all positions; they; them
falam
third-person plural present indicative of falar
aprender
- to learn, to acquire knowledge
- to be able to learn
com
- with; against
- with; alongside; together with (in the company of)
- with (as a part or accessory of)
- with (in support of)
- with; using (by means of)
- with (as a consequence of)
- with; having
mas
-
- but (introduces a clause that contradicts the implications of the previous clause)
- but (introduces the correct information for something that was denied in the previous clause)
- but ... really; of course; no wonder (introduces the cause of the previous clause, with the implication that the result was expected given this cause)
- emphasises an exclamation
admitem
third-person plural present indicative of admitir
erros
plural of erro
🔛
sobre
-
- on; atop; on top of (located on the top surface of)
- over; above (in or through the space above)
- about; concerning (on the subject of)