weg

Signification (Anglais)

Noun

1. (masculine) way, road
2. (masculine) manner, way (figuratively)

Adv

1. away
2. gone, disappeared
3. (slang) hammered

Concepts

chemin

🛣️

route

🛣️

voie

loin

ressource

remède

moyen

itinéraire

avenue

autoroute

voie rapide

absent

route voie

artère

chaussée

chemin ’m’’

grande route

rue

sentier

🛣️

grand-route

route à quatre voies

voie publique

Synonymes

baan

🛣️

straat

heen

middel

remedie

medium

verdwenen

voort

route

over

uit

verwijderd

vandoor

straatweg

pad

🛣️

snelweg

afwezig

autosnelweg

🛣️

bedorven

eenbaansweg

grote weg

heerbaan

hoofdweg

kwijt

middelen van bestaan

rijweg

spoor

uitvlucht

uitweg

victualiën

zoek

hoofdstraat

geneesmiddel

💊

landweg

artsenij

💊

autoweg

verkeersweg

autostrade

autostrada

voetpad

medicijn

💊

autobaan

🛣️

lichtgeraakt

absent

fietspad

laan

Traductions

Weg

🛣️

camino

way

road

🛣️

caminho

🛣️

path

🛣️

yol

🛣️

via

🛣️

estrada

🛣️

strada

🛣️

via

weg

via

camí

🛣️

Prononcé comme (IPA)

/ʋɛx/

Étymologie (Anglais)

Hérité de moyen néerlandais: wech

Hérité de Old Dutch: weh

In summary

From Middle Dutch wech, from Old Dutch weh, weg, from Proto-West Germanic *weg, from Proto-Germanic *wegaz, from Proto-Indo-European *weǵʰ-.

Phrases

Dat lijkt me niet de juiste weg .

Cela ne me semble pas être la bonne façon.

Er is geen andere weg , dit is de enige weg voorwaarts .

Il n'y a pas d'autre moyen, c'est la seule route en avant.

Wij moeten een nieuwe weg inslaan .

Nous devons prendre une nouvelle route.

Het land heeft een stap voorwaarts gedaan op weg naar democratie .

Le pays a fait un pas en avant pour la démocratie.

Het kleine kindje was verlegen en kroop weg achter de benen van haar moeder .

Le petit enfant était timide et a rampé derrière les jambes de sa mère.

De kar zat vast op de holle weg .

The cart was stuck on the hollow road.