man

Signification (Anglais)

Noun

1. (masculine) man, human male, either adult or age-irrespective
2. (masculine) husband, male spouse

Intj

Indicates that something is larger/stronger/... than usual.

Concepts

homme

👨

mari

🤵

époux

mâle

♂️

gars

mec

type

bonhomme

personne

🧑‍🦱

femme

👩

un

bougre

impotent

Mari

gonze

mari ou femme

âme

épouse

👰‍♀️

fille

👧

garçon

👦

individu

male

mariée

monsieur

peuple

🧑‍🤝‍🧑

Synonymes

echtgenoot

🤵

kerel

gemaal

jongen

👦

heer

mens

eega

persoon

🧑‍🦱

manspersoon

gade

vrouw

👩

vent

bink

maat

makker

🧉

manmens

mannelijk

♂️

mannetje

massa

menigte

mensen

mensenkind

onbeholpen

personen

plebs

sterveling

volk

🧑‍🤝‍🧑

ziel

compagnon

deze of gene

lummel

impotente

meneer

driftkikker

echtgenote

👰‍♀️

familie

gast

gemalin

gozer

Hercules

individu

kameraad

knul

kwast

kwibus

Traductions

Mann

👨

man

👨

homem

♂️

hombre

👨

uomo

🧑‍🦱

husband

🤵

άνδρας

Ehemann

🤵

marido

🤵

Gatte

home

👨

vir

👨

varão

♂️

Prononcé comme (IPA)

/mɑn/

Étymologie (Anglais)

Hérité de moyen néerlandais: man

Hérité de Old Dutch: man

In summary

From Middle Dutch man, from Old Dutch man, from Proto-West Germanic *mann, from Proto-Germanic *mann-.

Phrases

Mijn collega gaat scheiden van haar man .

Mon collègue va divorcer de son mari.

Het beste medicijn is humor werd gezegd door de man .

The best medicine is humor was said by the man.

Ze deden een poging om de man van het zinkende schip te redden .

Ils ont tenté de sauver l'homme du navire qui coule.

Ze bleef glimlachen , ondanks de vloekende man voor haar .

Elle a continué à sourire, malgré l'homme maudit devant elle.

Ze zochten naar een blanke man van circa veertig jaar van één meter tweeënzeventig .

Ils ont cherché un homme blanc d'une quarantaine d'années de un mètre soixante-dix-soixante-dix.