groot

Signification (Anglais)

1. big, large, great
2. great, important, eminent
3. tall
4. adult

Concepts

grand

ample

gros

mûr

étendu

large

adulte

🧑

grande

haut

fait

considérable

vaste

dégingandé

grand et maigre

grand

Opposé de

klein, kort

Synonymes

ruim

uitgebreid

uitgestrekt

wijd

royaal

breedvoerig

omvangrijk

lang

hoog

veelomvattend

grote

abundant

belegen

bezonken

breed

overvloedig

rijk

🤑

rijp

uitbundig

volgroeid

volop

volwassen

🧑

weelderig

welig

slobberig

vol

slungelig

hoog-

ongeloofwaardig

mes

🔪

sterk

flink

immens

heel

groots

Traductions

groß

big

large

grande

grande

grande

μεγάλος

gran

great

magnus

büyük

tall

wide

Prononcé comme (IPA)

/ɣroːt/

Étymologie (Anglais)

Hérité de moyen néerlandais: grôot

Hérité de Old Dutch: grōt

In summary

From Middle Dutch grôot, from Old Dutch grōt, from Proto-West Germanic *graut, from Proto-Germanic *grautaz.

Phrases

Zijn die twee jongens even groot ?

Ces deux garçons sont-ils de la même taille?

En ook hebben we inderdaad te maken met een groot aantal problemen .

Et nous devons également faire face à un grand nombre de problèmes.

Hun huwelijksreis was een groot succes .

Leur lune de miel a été un grand succès.

Dat is van een groot maatschappelijk belang .

C'est d'une grande importance sociale.

Iedereen weet dat de meeste banken te groot zijn om failliet te laten gaan .

Tout le monde sait que la plupart des banques sont trop grandes pour la faire faillite.

Ze bezitten een groot landgoed op het platteland .

Ils ont un grand domaine à la campagne.