neer

Bedeutung

down, downwards

Ausgesprochen als (IPA)

/neːr/

Etymologie

Contraction of neder.

Sätze

Ze legde een lepel , vork en mes naast het bord neer .

Sie legte einen Löffel, eine Gabel und einen Messer neben den Teller.

Het verzoek dat u ons vandaag doet , komt nagenoeg op hetzelfde neer .

Die Anfrage, dass Sie uns heute machen, kommt auf dasselbe an.

Ze plofte neer in de comfortabele stoel .

Sie ließ sich in den komfortablen Stuhl nieder.

Misschien komt het neer op de vraag of het glas halfvol is of halfleeg.

Vielleicht kommt es darauf an, ob das Glas halb voll oder halb ist.

Het gevechtsvliegtuig stortte neer na een botsing met vogels .

Das Kampfflugzeug stürzte nach einer Kollision mit Vögeln ab.