half

Bedeutung (Englisch)

1. (not-comparable) half
2. (not-comparable) half before the next whole
3. (not-comparable) the middle of that month

Konzepte

halb

Hälfte

zur Hälfte

einhalb

z.T.

halbe

Synonyme

helft

letterlijk

Ausgesprochen als (IPA)

/ɦɑlf/

Etymologie (Englisch)

From Middle Dutch half, from Old Dutch *half, from Proto-West Germanic *halb, from Proto-Germanic *halbaz.
Cognate with English half, German halb, West Frisian heal, Danish halv.

Sätze

Het team had in een half jaar het project voltooid .

Das Team hatte das Projekt in sechs Monaten abgeschlossen.

Slechts twee en een half procent van al het water op deze aarde is zoet .

Nur zweieinhalb Prozent des Wassers auf dieser Erde sind süß.

Met een gedegen training is de strijd al half gewonnen .

Mit einem gründlichen Training wurde die Schlacht bereits zur Hälfte gewonnen.