binden

Bedeutung (Englisch)

1. (transitive) to tie
2. (transitive) to wrap
3. (transitive) to bind (generally, legally/contractually)
4. (intransitive) to bind, to thicken (of food)

Konzepte

binden

verbinden

einbinden

verdichten

komprimieren

kondensieren

konnektieren

spannen

pressen

einschließen

knüpfen

zwängen

festmachen

festsetzen

fixieren

klemmen

straffen

verknoten

verknüpfen

zusammendrängen

anleinen

anschließen

knoten

anbinden

zusammendrücken

anbrennen

anspannen

anziehen

aufziehen

ausspannen

bedrücken

befestigen

beklemmen

beschränken

drücken

fesseln

Synonyme

verbinden

vastmaken

vastbinden

aansluiten

knopen

verdichten

aanbinden

aaneensluiten

samenbinden

aandrukken

bijschuiven

dringen

drukken

inbinden

insluiten

knellen

opsluiten

opwinden

persen

pressen

spannen

strekken

strikken

uitrekken

vastknopen

wegbergen

wegsluiten

bergen

koppelen

👫

nauwer aanhalen

opbergen

fixeren

vaststellen

meren

bepalen

onderbinden

tuigeren

aanknopen

bijeenbinden

aanbranden

vastleggen

een knoop leggen

bevestigen

Übersetzungen

bind

tie

legare

lier

🔗

atar

atar

amarrar

attacher

ligar

🔗

lligar

🔗

bağlamak

relier

ligar

🔗

join

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈbɪndə(n)/

Etymologie (Englisch)

Geerbt von Mittelniederländisch: binden

Geerbt von Old Dutch: *bindan

In summary

From Middle Dutch binden, from Old Dutch *bindan, from Proto-West Germanic *bindan, from Proto-Germanic *bindaną, from Proto-Indo-European *bʰendʰ-.