anders

Bedeutung

Adj

1. (form-of,predicative) predicative of ander
2. (form-of,partitive) partitive of ander

Adv

1. otherwise
2. differently

Mit Bindestrich als

an‧ders

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈɑn.dərs/

Etymologie

From Middle Dutch anders.

Sätze

Anders zal niemand het meer willen proberen .

Sonst wird es niemand mehr versuchen wollen.

Dat is het enige dat men u vraagt , men vraagt u niets anders .

Das ist alles, was Sie Sie fragen, Sie fragen nichts anderes.

Ik wil in dit verband nog iets anders naar voren brengen .

Ich möchte in diesem Zusammenhang etwas anderes vorlegen.

De werkelijkheid ziet er uiteraard heel anders uit .

Die Realität sieht natürlich ganz anders aus.

Hoe moet je anders de conclusies uitleggen ?

Wie sollten Sie sonst die Schlussfolgerungen erklären?

Er is geen aanleiding voor zelfvoldaanheid, want de ontwikkelingen en omstandigheden zijn nu anders .

Es gibt keinen Grund für die Selbstzufriedenheit, da die Entwicklungen und Umstände jetzt unterschiedlich sind.

Dat is iets heel anders dan deze koop- en verkoopmarkt.

Das ist etwas ganz anderes von diesem Kauf- und Verkaufsmarkt.

Dat is trouwens heel anders dan tijdens de oliecrisis in de zeventiger jaren .

Das unterscheidet sich übrigens sehr von der Ölkrise in den siebziger Jahren.