net

Betekenis (Engels)

Noun

1. (neuter) net (mesh)
2. (neuter) net (device for catching and trapping)
3. (neuter) television channel
4. (neuter) omentum, caul
5. (neuter) a network, especially the Internet

Adj

1. clean, tidy
2. decent, proper

Adv

1. tidily, neatly
2. decently, properly
3. just, nearly, barely
4. just recently, just now

Sinonieme

juist

mooi

schoon

precies

knap

fraai

zojuist

pas

netwerk

elegant

piekfijn

zwierig

bevallig

pal

fatsoenlijk

eerlijk

fijn

OK

okay

okee

oké

proper

degelijk

🔉

prachtig

straks

eerzaam

goed

👍

zoëven

zonet

zuiver

puur

keurig

rein

loyaal

exact

getrouw

slechts

daarnet

trouw

trouwhartig

maar

elektriciteitsnet

zoeven

zo-even

bekoorlijk

behoorlijk

nog net

alleen

op geschikte wijze

gewoon

Vertalings

net

Netz

rede

red

réseau

xarxa

rete

filet

just

schön

gerade

beau

network

handsome

Uitgespreek as (IPA)

/nɛt/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: net

Geërf van Old Dutch: *net

In summary

From Middle Dutch net, nette, from Old Dutch *net, *netti, from Proto-Germanic *natją, from Proto-Indo-European *ned- (“to turn, twist, knot”).

Sinne

Die brief heb ik dus net vandaag gestuurd .

I therefore sent this letter only today.

Het toernooi was net begonnen , maar het team moest al naar huis .

The tournament had just started, but the team already had to go home.

De vloer van het hotel was net schoongemaakt .

The hotel floor had just been cleaned.

De ziekenwagen kwam net te laat .

The ambulance arrived just too late.

Haar vader is schrijnwerker en hij is net van job veranderd .

Her father is a carpenter and he has just changed jobs.

De slagboom sloot net voordat hij aankwam .

The barrier closed just before it arrived.