handbreadth

Betekenis (Engels)

A space equal to the breadth of the hand; a palm.

Sinonieme

handsbreadth

bundle

hand

✋

palm

hand’s breadth

hand’s-breadth

Vertalings

ein wenig

etwas

bisschen

πλάτος παλάμης

handbreed

Etimologie (Engels)

Verwante met Saterfriesisch: Houndebratte

Verwante met Fries: hânbreedte

Verwante met Nederlands: handbreedte

Verwante met Duits: Handbreite

Verwante met Sweeds: handsbredd

Verwante met Noors: håndsbredd

Verwante met Yslands: handbreidd

In summary

Alteration (due to breadth) of Middle English handbrede, hondbrede (“handbreadth”); equivalent to hand + breadth. Cognate with Saterland Frisian Houndebratte (“handbreadth”), West Frisian hânbreedte (“handbreadth”), Dutch handbreedte (“handbreadth”), German Handbreite (“handbreadth”) and Handbreit, Swedish handsbredd (“handbreadth”), Norwegian håndsbredd (“handbreadth”), Icelandic handbreidd (“handbreadth”).