alleen

Significado (Inglês)

Adj

1. alone, by oneself
2. lonely

Adv

1. only, exclusively
2. just, only, merely

Sinônimos

slechts

uitsluitend

enkel

maar

pas

enig

louter

verlaten

een

afzonderlijk

in zijn eentje

één per keer

apart

weergaloos

alleenig

allenig

bijzonder

eenzaam

eerst

net

oneven

onvergelijkelijk

uniek

zelf

zichzelf

zonder weerga

ongeëvenaard

in eigen persoon

Hifenizado como

al‧leen

Pronunciado como (IPA)

/ɑˈleːn/

Etimologia (Inglês)

From Middle Dutch allêne, from Old Dutch *allēno, from al + ēno. Morphologically equivalent to modern al + een.

Frases

Het gaat niet alleen om dit verslag .

Não se trata apenas deste relatório.

Je kan daar alleen op uitnodiging naar binnen .

Você só pode entrar com isso.

Het glas viel om en er bleef alleen nog wat ijs in zitten .

O copo caiu e havia apenas um gelo nele.

Daarover stemmen we nu niet , we nemen er alleen kennis van .

Não votamos nisso agora, apenas tomamos nota disso.

Maar we weten ook dat handel alleen onvoldoende is .

Mas também sabemos que o comércio é apenas insuficiente.

Nu rest ons alleen nog de buit te verdelen .

Agora só temos que distribuir o saque.

Ik wilde alleen mijn solidariteit uiten .

Eu só queria expressar minha solidariedade.

Kabouters komen alleen voor in sprookjes .

Os gnomos ocorrem apenas em contos de fadas.