strijd

Oznaczający (Angielski)

Noun

1. (masculine) conflict, strife
2. (masculine) battle, active fighting, warfare

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of strijden:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of strijden:
3. (form-of,imperative) inflection of strijden:

Wymawiane jako (IPA)

/strɛi̯t/

Etymologia (Angielski)

From Middle Dutch strijt, from Old Dutch *strīt, from Proto-Germanic *strīdaz. Cognate to Old Saxon strīd, Old High German strīt, German Streit, Old Frisian strīd, Old Norse stríð.

Zdania

Dit betekent een verlies van vijf tot tien jaar in de strijd tegen ziekten .

This would mean a delay of five or six years in combatting diseases.

Ik denk echter dat die strijd feitelijk verloren is , althans dit jaar .

However, I think that battle is actually lost, at least this year.

Verder moeten we meer solidariteit tonen met al degenen die strijd en verzet plegen .

Furthermore, we must show more solidarity with all those who fight and resist.

Met een gedegen training is de strijd al half gewonnen .

Hard training makes for easy battles.