ander

Oznaczający

Adj

1. (not-comparable) other
2. (not-comparable) different
3. (archaic,not-comparable) second

Pron

another, another person, someone else

Łączone jako

an‧der

Wymawiane jako (IPA)

/ˈɑn.dər/

Etymologia

From Middle Dutch ander, from Old Dutch andar, from Proto-West Germanic *anþar, from Proto-Germanic *anþeraz.

Zdania

Om een eigen computer te bouwen moet je het een en ander uitzoeken .

To build your own computer, you have to figure things out.

Werpen is een ander woord voor gooien .

Throwing is another word for throwing.

Een ander voorbeeld vinden we in het mededingingsbeleid.

Another example can be found in competition policy.

Als student heeft hij ieder jaar in een ander kot gezeten .

As a student, he spent every year in a different loft.