voordeel

Meaning

1. (neuter) advantage
2. (neuter) front part

Concepts

advantage

benefit

profit

gain

vantage

interest

lucre

good

👍

asset

avail

edge

leverage

prize

catch

whip hand

boon

odds

perquisite

weight

amenity

seriousness

significance

stake

upside

use

account

vantage-ground

velvet

concern

importance

Synonyms

winst

baat

belang

profijt

gewin

nut

pré

invloed

gewicht

goed

👍

goede

inkomen

interest

opbrengst

overhand

overwicht

plezier

plus

pluspunt

prijs

rente

subsidie

supplementair

ten voordele van

zegen

zwaarwichtigheid

profijt

extralegaal

belangrijkheid

belangstelling

benefiet

betekenis

bezit

deugd

eigendom

Translations

avantage

Vorteil

ventaja

Nutzen

Gewinn

avantaj

intérêt

provecho

Interesse

beneficio

Pronounced as (IPA)

/ˈvoːr.deːl/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: voredêel

In summary

From Middle Dutch voredêel. Equivalent to voor (“in front”) + deel (“part, piece”).

Sentences

Overigens kan ik niet iedereen zoveel voordeel geven .

Incidentally, I can't give everyone that much advantage.