markt

Meaning

1. (feminine) a physical market place, usually a public square
2. (absolute,feminine) The whole of trade, commercial activity
3. (feminine) any specific economic sector where competitive trade occurs in goods or services
4. (feminine) a single, regular trade event in one (or more coordinated) places, usually in one town; general or sector-specific
5. (Suriname,feminine,idiomatic,metonymically) the canopy which covers a food market; the roof structure of a market hall

Gender

♀️ Feminine

Pronounced as (IPA)

/mɑrkt/

Etymology

From Middle Dutch market, marct, from Old Dutch *markat, from Late Latin marcātus, an alternative form of Classical Latin mercātus.

Sentences

Van invloed zijn ook de mogelijkheden om toegang te krijgen tot de internationale markt .

There will also be a phase of considering the opportunities for moving into the international market.

Het is een gemeenschappelijke markt of het is geen gemeenschappelijke markt .

It is either a single market or it is not.

Het goed functioneren van de interne markt wordt daarom belemmerd .

The proper functioning of the internal market is therefore hindered.

We zijn blij dat er graan uit de interventievoorraden op de markt wordt aangeboden .

We are pleased that cereals from intervention stocks are being offered on the market.

Op die manier wordt de interne markt voor visserijproducten en bijproducten uitgebreid .

In this way, the internal market for fishery products and by-products is expanded.