openbaar

Meaning

Adj

1. public
2. non-affiliated (e.g. neither Catholic, Protestant, nor socialist)

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of openbaren:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of openbaren:
3. (form-of,imperative) inflection of openbaren:

Concepts

public

exoteric

openly

common

patent

open

openable

Synonyms

publiek

openlijk

exoterisch

ruchtbaar

maatschappelijk

toegankelijk

praktijkgericht

Etymology

From open (“open”) + baar (“bare”)

Sentences

Een gezond openbaar debat zal hier evenwel gemakkelijk duidelijkheid over kunnen scheppen .

This is nothing, however, that a calm public debate could not put right.