denk

Meaning

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of denken:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of denken:
3. (form-of,imperative) inflection of denken:

Pronounced as (IPA)

/dɛŋk/

Sentences

Vandaag denk ik aan ons , aan u en mij .

I think of us, of you and me today.

Ik denk dat wij , het publiek , beter verdienen .

I think we, the public, deserve a bit better.

Ik denk dat we iets hebben bereikt , ondanks de moeilijkheden .

I think that we have achieved something despite the difficulties.

Ik denk echter niet dat dit hier het belangrijkste argument is .

This, however, is probably not the key argument, here.

En daarom verdient het onze maximale steun , denk ik .

This is why it deserves our unqualified support.

Ik denk dat we met ieders medewerking dit doel echt kunnen bereiken .

I believe that we certainly can attain this goal thanks to everyone's cooperation.

Ik denk echter dat die strijd feitelijk verloren is , althans dit jaar .

However, I think that battle is actually lost, at least this year.

Ik denk dat het debat in dat opzicht heel nuttig is geweest .

I think the debate has been very useful in that regard.