gezegd

Meaning

past participle of zeggen

🗣️

zeggen

• Verb
• Noun

Read more

Pronounced as (IPA)

/ɣə.ˈzɛxt/

Sentences

Dit wilde ik nog gezegd hebben .

That is what I wanted to say.

Dit is gisteren ook gezegd .

This was said yesterday.

Dat gaat mij eerlijk gezegd een klein beetje te snel .

That is, in all honesty, a little too fast for my liking.

Wij zullen wel een oplossing vinden , maar zoals gezegd is dit niet zo gemakkelijk .

We will probably make some progress, but as I have mentioned, it is not that easy.

Alleen is er een groot probleem , wat ook terecht gezegd werd door onze collega .

The problem, though, is vast, and our fellow Member was right to point that out.

Het beste medicijn is humor werd gezegd door de man .

The best medicine is humor was said by the man.