absoluut

Meaning

1. (absolute,completive,perfect) absolute, complete, perfect
2. (historical) absolute, absolutist, absolutistic (pertaining to the absolute sovereignty of rulers)

Hyphenated as

ab‧so‧luut

Pronounced as (IPA)

/ˌɑp.soːˈlyt/

Etymology

Borrowed from Latin absolūtus.

Sentences

Hij heeft absoluut gelijk .

He’s absolutely right.

Daarom moeten we die aanwezigheid absoluut verdedigen .

Therefore, we absolutely must defend that presence.

Daarom ben ik van mening dat deze richtlijn absoluut nodig is .

This is why I believe that this directive is absolutely necessary.

Voor de administratie is bezuinigen absoluut noodzakelijk .

For the administration, austerity is absolutely necessary.

We hebben een lijst van maatregelen die door de ratingbureaus absoluut moeten worden geregeld .

We have drawn up a list of measures that must be regulated by the rating agencies.

Wij zijn absoluut niet van plan het belang van de nieuwe technologieën te geringschatten.

Downgrading the press is not on our agenda. Quite the contrary, the influence of new technologies of informing the people of Europe is multi-dimensional and extremely important.

Wij moeten op absoluut verantwoorde wijze hiervan gebruik maken: dat is ons doel .

We must be totally responsible in our use of it, and that is our aim.