sağ

Betekenis (Engels)

Adj

1. right (side)
2. right (side)
3. living
4. healthy

Noun

1. right (side)
2. someone alive

Verb

second-person singular imperative of sağmak

Concepten

rechts

rechtse

rechterkant

gezond

⚕️

rechter

🧑‍⚖️

levend

rechter-

Synoniemen

diri

canlı

doğru

düz

ön

sağdaki

tam

tüm

zedelenmemiş

salim

sağ yön

sağda olan

hayatta olan

bütün

esenlik içinde

Uitgesproken als (IPA)

[s̪äː]

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Ottomaans-Turks: صاغ

Verwant aan Old Turkish: 𐰽𐰍

Verwant aan Old Uighur:

Verwant aan Tataars: сау

Verwant aan Kazachs: сау

Verwant aan Karatsjaj-Balkarisch: сау

Verwant aan Koemuks: сау

Verwant aan Kirgizisch: соо

Verwant aan Zuid-Altaïsch: су-кадык

Verwant aan Oezbeeks: sogʻ

Verwant aan Oeigoers: ساق

In summary

Inherited from Ottoman Turkish صاغ (sağ), from Proto-Turkic *sag (“healthy”).
Cognate with Old Turkic 𐰽𐰍 (s¹ǧ /⁠saɣ⁠/), Old Uyghur [script needed] (sağ, “healthy”);
Tatar сау (saw), Kazakh сау (sau), Karachay-Balkar сау (saw), Kumyk сау (sau, “healthy”), Kyrgyz соо (soo, “healthy”), Southern Altai су-кадык (su-kadïk, “healthy”) or су (su, “healthy”),
Uzbek sogʻ (“healthy”),
Uyghur ساق (saq, “healthy”).

Zinnen

Sağ elinizi kaldırın.

Breng uw rechterhand op.

Benimle buluştuğun için sağ ol .

Bedankt dat je me ontmoette.

Sağ öküz zaten ihtiyar ve zayıftı.

De rechter os was al oud en zwak.

Sanatçının sağ gözü kördür.

Het rechteroog van de kunstenaar is blind.

Sağ eliyle eteğini toplayarak hızlı adımlarla orkestranın arkasında kayboldu.

Hij verzamelde zijn rok met zijn rechterhand en verdween achter het orkest met snelle stappen.