marco

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) boundary-post
2. (masculine) mark (indication for reference or measurement)
3. (masculine) landmark
4. (figuratively, masculine) an important event, a milestone; a turning point
5. (masculine) doorframe, window frame

Verb

first-person singular present indicative of marcar

marcar

1. to mark
2. to score
3. to show (give a time)
4. to mark, man-mark
5. to set (a time or a tone)
6. (Brazil, intransitive, slang) to be visible beneath clothing
7. (Internet) to tag (to attach the name of a user so that they are linked from the post)

Lees verder

Concepten

mark

markering

aanduiding

teken

oriëntantiepunt

keerpunt

grenspaal

mijlpaal

Synoniemen

ponto

Vertalingen

mark

landmark

Mark

marc

signe

segno

marco

marque

mojón

mark

marco

Zeichen

repère

jalon

borne

Uitgesproken als (IPA)

/ˈmaʁ.ku/

Etymologie (Engels)

Geleend van Middelhoogduits: marc

Verwant aan Engels: mark

Verwant aan Catalaans: marc

Verwant aan Galicisch: -

Verwant aan Spaans: marco

In summary

Borrowed from Medieval Latin marcus, from Frankish *mark, from Proto-Germanic *markō (“boundary; boundary marker”), from Proto-Indo-European *mórǵs (“boundary, border”).

Zinnen

É necessário , portanto , modificar o marco regulatório do bem social em um duplo sentido .

Het is daarom noodzakelijk om het regelgevende kader van het sociale goed in dubbele zin te wijzigen.