Mark

Betekenis (Engels)

Noun

1. (feminine) mark (any of various European monetary units)
2. (abbreviation, alt-of, ellipsis, feminine, historical, informal) ellipsis of Deutsche Mark
3. (East, Germany, abbreviation, alt-of, ellipsis, feminine, historical) ellipsis of Mark der DDR

Name

a male given name, short form of compound names beginning with the Germanic element mark "area along the border", such as Markolf and Markward

Name

a male given name from Latin, variant of Markus, equivalent to English Mark

Concepten

mark

merg

Mark

pulpa

merk

grensmark

binnenste

tandzenuw

kern

merkteken

pulp

vruchtvlees

zegel

Synoniemen

Marke

Kern

DM

Fruchtfleisch

Knochenmark

Kerngehäuse

Fruchtmark

Ost-Mark

MDN

DDR-Mark

DEM

M

Markröhre

Herz

❤️

Rahmen

Deutsche Mark

Herz und Leber

Türrahmen

Reichsmark

Finnmark

Steine

Schuk

Anewand

Mark der Deutschen Notenbank

Finnische Mark

Angelpunkt

Ruckenmark

Bilderrahmen

das Innerste

Docht

Fensterrahmen

Futter

Gestell

Grenze

Grenzgebiet

Kernpunkt

Medulla

Randgebiet

Seele

D-Mark

Innerstes

Knochen und Fleisch

Vertalingen

mark

marrow

médula

moelle

pith

midollo

march

marca

mark

marche

medulla

marco

marco

core

medula

Uitgesproken als (IPA)

[maʁk]

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelhoogduits: marc

Overgenomen van Middelhoogduits: marke

Overgenomen van Oudhoogduits: marka

Verwant aan Latijn: margo

Verwant aan Engels: margin

Overgenomen van Oudhoogduits: marg

Verwant aan Nederlands: merg

Verwant aan Engels: marrow

Verwant aan Zweeds: märg

Verwant aan Noors - Bokmål: marg

Verwant aan IJslands: mergur

Verwant aan Sanskriet: मज्जन्

Verwant aan Russisch: мозг

Verwant aan Pools: mózg

Geleend van Latijn: Marcus

In summary

From Middle High German marc, marke.