wit
Betekenis (Engels)
-
- white
- legally obtained by having paid the appropriate taxes
- (Suriname) having a white skin colour, light-skinned (see usage note)
- (Suriname) having a relatively light skin colour
- (archaic) clear-lighted, not dark at all
Concepten
wit
doel
doelstelling
doelwit
honk
blank
bedoeling
plan
strekking
toeleg
voornemen
zin
grijs
bleek
blanke
smetteloos
basterdsuiker
borie
cocaïne
cocaïne
coke
kogge
sneeuw
blankheid
witheid
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ʋɪt/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch wit, from Old Dutch *wit, from Proto-West Germanic *hwīt, from Proto-Germanic *hwittaz. The geminate is unexpected as the usual Proto-Germanic form is *hwītaz, from Proto-Indo-European *ḱweytos (“shine; bright”). The geminate is sometimes explained as being the result of Kluge's law, thus from a pre-Germanic *kweyd-nos.
Nieuw
witten
- to whiten, bleach
- to guise something illegal as legal, e.g. to launder (money)
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " wit " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina