pijp
Betekenis (Engels)
-
- (feminine) pipe
- (feminine) tube
Concepten
pijp
buis
kanaal
loop
roer
steel
baar
paal
roede
schacht
spijl
stang
tabakspijp
staf
stok
overloopventiel
pijpleiding
fluit
orgelpijp
rietje
waterleiding
buisleiding
channel
informatiestroom
leiding
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/pɛi̯p/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch pîpe, from Old Dutch *pīpa, from Proto-West Germanic *pīpā and Vulgar Latin *pipa, both from Latin pipō.
Nieuw
pijpen
-
- (colloquial,intransitive,transitive) to fellate, to blow, to suck (the object usually indicates the receiving person, but sometimes the member or item undergoing the action)
- (dated,intransitive,transitive) to whistle; to hum; to blow (as in to play a wind instrument)
- (dated,intransitive,transitive) to smoke (a pipe)
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " pijp " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina