lens

Betekenis (Engels)

Noun

1. (feminine) optical lens
2. (feminine) crystalline lens in the eye

Adj

1. empty
2. weak, flaccid

Synoniemen

vergrootglas

brandglas

ledig

leeg

loos

hol

🕳️

behoeftig

kristallens

berooid

nooddruftig

onbezet

opengevallen

vacant

Vertalingen

lens

Linse

lente

lentille

φακός

lente

vide

lente

leer

mercek

empty

void

vácuo

lent

Uitgesproken als (IPA)

/lɛns/

Etymologie (Engels)

Geleend van Latijn: lēns

Overgenomen van Middelnederlands: lense

Verwant aan Middelnederlands: lunse

Verwant aan Oudengels: lynis

In summary

Borrowed from Latin lēns (“lentil”).