keuren

Betekenis (Engels)

1. (transitive) to inspect, assess
2. (transitive) to test, sample

Synoniemen

beoordelen

kritiseren

censureren

manen

aansporen

restitueren

terechtwijzen

terugbetalen

terugstorten

vergelden

verwijten

aanmanen

herkrijgen

beknorren

herwinnen

berispen

waarderen

achten

achting hebben voor

achting toedragen

afkeuren

appreciëren

bekritiseren

berechten

🧑‍⚖️

bespreken

controleren

hekelen

hoogachten

recenseren

taxeren

toetsen

Uitgesproken als (IPA)

/ˈkøːrə(n)/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: coren

Overgenomen van Old Dutch: coron

Overgenomen van Middelnederlands: cueren

Overgenomen van Old Dutch: *curien

In summary

From a merger of:
* Middle Dutch coren (“to test, to assess”), from Old Dutch coron, from Proto-West Germanic *koʀōn. Still found in the derived form bekoren.
* Middle Dutch cueren (“to determine”), from Old Dutch *curien, from Proto-West Germanic *kuʀjan.

Zinnen

We gebruiken woorden die niets betekenen en keuren richtlijnen goed die veronachtzaamd worden .

We are using words that have no meaning, adopting directives which are neglected.