bespreken
Betekenis (Engels)
to discuss
Concepten
bespreken
debatteren
discuteren
behandelen
bepraten
uitpraten
van gedachten wisselen
recenseren
beoordelen
boeken
openhouden
reserveren
vrijhouden
agiteren
ophitsen
opruien
opstoken
opwinden
schudden
overwegen
bediscussiëren
discussiëren
overleggen
beraadslagen
overleg plegen
commentariëren
commentaar geven
achten
achting hebben voor
achting toedragen
appreciëren
hoogachten
keuren
kritiseren
waarderen
Frequentie
Met koppelteken als
be‧spre‧ken
Uitgesproken als (IPA)
/bəˈspreːkə(n)/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch besprēken, from Old Dutch *bisprekan, from Proto-Germanic *bisprekaną. Equivalent to be- + spreken.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " bespreken " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes