dek

Betekenis

Frequentie

B2
Uitgesproken als (IPA)
/dɛk/
Etymologie

From Middle Dutch dec, from decken, from Old Dutch thecken, from Proto-West Germanic *þakkjan, from Proto-Germanic *þakjaną. Equivalent to a deverbal from dekken.

Nieuw
dekken

  1. (transitive) to cover
  2. (transitive) to set (the table)
  3. (transitive) to mount and impregnate (a female animal)

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " dek " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions