bas

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) bass (instrument)
2. (masculine) bass (low frequencies of sound)
3. (masculine) bass (singing voice)

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of bassen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of bassen:
3. (form-of, imperative) inflection of bassen:

bassen

• Verb
• Noun

Lees verder

Synoniemen

basgitaar

basstem

baszanger

contrabas

laag

licht

ondiep

oppervlakkig

Vertalingen

bass

Baß

Bass

basse

baixo

bajo

basso

μπάσο

chitarra bassa

Bassgitarre

contrabaixo

guitare basse

baix

Uitgesproken als (IPA)

/bɑs/

Etymologie (Engels)

Geleend van Middelfrans: basse

In summary

Borrowed from Middle French basse, from Italian basso, from Late Latin bassus.

Zinnen

De bas in de koptelefoon was erg luid in vergelijking met andere modellen .

The bass in the headphones was very loud compared to other models.