bal

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) a ball or any object with such a shape
2. (informal, masculine) testicle, nut
3. (masculine) pass, shot
4. (derogatory, informal, masculine) toff, posh person

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of ballen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of ballen:
3. (form-of, imperative) inflection of ballen:

ballen

• Verb
• Noun

Lees verder

Synoniemen

kloot

bol

teelbal

danspartij

kogel

klont

🅰️

kluit

voetbal

🏈

prop

klomp

speelbal

dot

dans

💃

testikel

handpalm

palm

speldenkussen

noten

voetzool

zak

zool

gemaskerd bal

baal

Vertalingen

ball

Ball

bola

palla

Kugel

testicle

bal

pilota

balle

ballon

boule

top

Hoden

testicule

Uitgesproken als (IPA)

/bɑl/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: bal

Overgenomen van Old Dutch: *bal

In summary

From Middle Dutch bal, from Old Dutch *bal, from Proto-West Germanic *ballu, from Proto-Germanic *balluz. Doublet of baal.

Zinnen

De bal ligt nu in hun kamp .

The ball is now in their court.

Tennis speel je met een ronde bal .

You play tennis with a round ball.

Met zijn linkervoet trapte hij de bal genadeloos is de winkelhoek.

With his left foot, he kicked the ball mercilessly at the corner of the store.