bellus

Betekenis (Engels)

1. (adjective, declension-1, declension-2) beautiful, pretty, handsome
2. (adjective, declension-1, declension-2) pleasant, agreeable, charming

Concepten

mooi

bekoorlijk

charmant

snoezig

aardig

schattig

snoeperig

innemend

leuk

keurig

schoon

gracieus

heerlijk

sierlijk

beeldig

bevallig

betoverend

verrukkelijk

fraai

behaagelijk

aantrekkelijk

allerliefst

fijn

lief

liefelijk

plezierig

voorkomend

vriendelijk

zacht

zoet

aangenaam

Synoniemen

pulcher

formosus

comis

lepidus

suavis

benignus

blandus

dulcis

suāvis

fōrmōsus

scitulus

iūcundus

amoenus

grātus

candidus

Vertalingen

lindo

bonito

bonito

grazioso

hübsch

anmutig

schön

pretty

hoş

güzel

lieblich

hold

charming

Uitgesproken als (IPA)

[ˈbɛl.lʊs]

Etymologie (Engels)

From Old Latin *duenelos, diminutive of duonus (“good”) (whence bonus (“idem”)).
Compare typologically Russian хоро́шенький (xoróšenʹkij) (diminutive of хоро́ший (xoróšij)). Also compare приго́жий (prigóžij) (< *goditi, akin to го́дный (gódnyj), cognate with English good). See also Ancient Greek καλός (kalós) (means both beautiful and good), and Mongolian сайхан (sajxan) (akin to сайн (sajn)). Also note the first element of Greek όμορφος (ómorfos) (<< Ancient Greek εὖ (eû) + μορφή (morphḗ)) (for the second see fōrmōsus).