simuler
(Engels)
- (transitive) to feign, to fake, to put on, to pretend to have
- (intransitive) to dive (to pretend to be fouled in order to gain an advantage)
- (intransitive) to fake it (to feign to be enjoying sex; to pretend to have an orgasm)
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/si.my.le/
Etymologie (Engels)
In summary
Learned borrowing from Latin simulāre (“to imitate, to feign”). Doublet of sembler.
simuleren
z. aanstellen
zich voordoen
verheimelijken
versluieren
in actie komen
faire semblant de
faire passer pour
faire semblant (de)
agir en hypocrite
affecter de
feindre de
pretendre
faire l´hypocrite
fèquer
donner pour
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Frans met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " simuler " en vele andere woorden en zinnen in Frans .