return
Betekenis (Engels)
-
- The act of returning.
- A return ticket.
- An item that is returned, e.g. due to a defect, or the act of returning it.
- An answer.
- An account, or formal report, of an action performed, of a duty discharged, of facts or statistics, etc.; especially, in the plural, a set of tabulated statistics prepared for general information.
- Gain or loss from an investment.
- A report of income submitted to a government for purposes of specifying exact tax payment amounts; a tax return.
- A carriage return character.
- The act of relinquishing control to the calling procedure.
- A return value: the data passed back from a called procedure.
- A return pipe, returning fluid to a boiler or other central plant (compare with flow pipe, which carries liquid away from a central plant).
- A short perpendicular extension of a desk, usually slightly lower.
- The act of catching a ball after a punt and running it back towards the opposing team.
- A throw from a fielder to the wicket-keeper or to another fielder at the wicket.
- The continuation in a different direction, most often at a right angle, of a building, face of a building, or any member, such as a moulding; applied to the shorter in contradistinction to the longer.
Concepten
teruggeven
terugkeren
terugkomen
terugkeer
terugkomst
teruggaan
wederkeer
wederkomst
rente
retourneren
hergeven
reproduceren
terugbrengen
vergelden
terugtrekken
teruglopen
weergeven
come-back
hervatting
inkomen
terugreis
terugweg
terugsturen
wederkomen
wederkeren
weeromkomen
weer gaan
belastingaangifte
beantwoorden
teruggave
retour
terugzenden
terugbetalen
bereidingswijze
ontvangst
ontvangstkamer
opbrengst
procédé
recept
receptie
verdienste
werkwijze
herplaatsen
herstellen
terugplaatsen
terugvoeren
terugtocht
thuisreis
draaien
heruitzenden
keren
mengen
mixen
omdraaien
omkeren
ronddraaien
temperen
terugbezorgen
terugwijzen
vermengen
verwarren
wassen
wenden
wentelen
zwenken
antwoorden
verkiezen
opgave
opgeven
retourbiljet
terugbetaling
terugslaan
thuiskomst
afbetalingstermijn
annuïteit
comeback
achteruitgaan
achteruitwijken
de aftocht blazen
zich
restitueren
wedergeven
geven
voorzien van
zorgen voor
komen
Frequentie
Met koppelteken als
re‧turn
Uitgesproken als (IPA)
/ɹɪˈtɜːn/
Etymologie (Engels)
From Middle English returnen, retornen, from Anglo-Norman returner, from Old French retourner, retorner, from Medieval Latin retornare (“to turn back”), from re- + tornare (“to turn”). Compare beturn.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " return " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes