success

Betekenis (Engels)

  1. (countable, uncountable) The achievement of one's aim or goal.
  2. (countable, uncountable) Financial profitability.
  3. (countable, uncountable) One who, or that which, achieves assumed goals.
  4. (countable, uncountable) The fact of getting or achieving wealth, respect, or fame.
  5. (countable, obsolete, uncountable) Something which happens as a consequence; the outcome or result.

Frequentie

B1
Uitgesproken als (IPA)
/səkˈsɛs/
Etymologie (Engels)

Learned borrowing from Latin successus, from succēdō (“succeed”), from sub- (“next to”) + cēdō (“go, move”). Partly displaced native Old English spēd, whence Modern English speed.

Voeg dit toe aan je bladwijzers

Verbeter je uitspraak

Engels

Begin met het leren Engels met learnfeliz .

Oefen met het spreken en memoriseren van " success " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels

Notes

Sign in to write sticky notes
Doorgaan