indicate

Betekenis (Engels)

1. To point out; to discover; to direct to a knowledge of; to show; to make known.
2. To show or manifest by symptoms; to point to as the proper remedies.
3. To signal in a vehicle the desire to turn right or left.
4. To investigate the condition or power of, as of steam engine, by means of an indicator.

Concepten

aanduiden

aanwijzen

aangeven

tonen

tentoonspreiden

vertonen

wijzen

laten zien

uitduiden

uitwijzen

kenmerken

merken

tekenen

een teken geven

indiceren

wijzen op

kiezen

uitkiezen

uitlezen

uitpikken

uitzoeken

verkiezen

aanwijzen

uitwijzen

wijzen

duiden op

een teken zijn van

aantonen

attenderen

beduiden

betekenen

duiden

spreken

verhalen

verklaren

vertellen

zeggen

Uitgesproken als (IPA)

/ˈɪndɪˌkeɪt/

Etymologie (Engels)

From Latin indicatus, past participle of indicāre (“to point out, indicate”), from in (“in, to”) + dicāre (“to declare, originally to point”); see diction. Compare index.