flew

Betekenis (Engels)

Verb

simple past of fly

Noun

The thick, dangling upper lip of certain breeds of dog, or the canine equivalent of the upper lip.

Adj

shallow; flat

✈️

fly

• Noun
• Verb
• Verb
• Adj

Lees verder

Concepten

vlogen

vloog

Synoniemen

flue

lip

Vertalingen

flog

see fly

flogen

geflogen

volas

volâtes

volé

volèrent

volai

pass. di to fly

belfo

طار

✈️

fIy

Lefze

vola

Uitgesproken als (IPA)

/fluː/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelengels: flew

Overgenomen van Oudengels: flēag

Verwant aan Saterfries: flooch

Verwant aan Fries: fleach

Verwant aan Nederlands: vloog

Verwant aan Duits: flog

Verwant aan Deens: fløj

Verwant aan Zweeds: flög

Verwant aan IJslands: flaug

In summary

From Middle English flew, flow, from Old English flēag, flug-, from Proto-Germanic *flaug, *flug-, past tense forms of Proto-Germanic *fleuganą (“to fly”). Compare Saterland Frisian flooch (“flew”), West Frisian fleach (“flew”), Dutch vloog (“flew”), German flog (“flew”), Danish fløj (“flew”), Swedish flög (“flew”), Icelandic flaug (“flew”).

Zinnen

Frequently , couriers from all three services flew together on the routes .

Vaak vlogen koeriers van alle drie de diensten samen op de routes.