detest

Betekenis (Engels)

  1. (transitive) To dislike (someone or something) intensely; to loathe.
  2. (obsolete, transitive) To witness against; to denounce; to condemn.

Concepten

een afschuw hebben van

een weerzin hebben tegen

een hekel hebben aan

afkeer hebben

een afkeer hebben van

niet houden van

Frequentie

C2
Uitgesproken als (IPA)
/dɪˈtɛst/
Etymologie (Engels)

PIE word *tréyes From Middle French detester (French détester), from Latin dētestor (“to imprecate evil while calling the gods to witness", "denounce", "hate intensely”), from dē- + testor (“to testify, bear witness”), from testis (“a witness”); see test, testify. Doublet of detestate.

Verbeter je uitspraak

Notes

Sign in to write sticky notes