sorgen

Betekenis (Engels)

1. (intransitive,weak) to take care of, to care for, to look after
2. (intransitive,weak) to bring, ensure, make for
3. (accusative,reflexive,weak) to worry, to be worried

Concepten

zorgen

zich bekommeren

voorzien van

zorgen voor

bezorgd zijn

leveren

zorg dragen

bezorgd zijn

verzorgen

voorzien

bemeubelen

meubileren

tanken

toeleveren

Uitgesproken als (IPA)

/ˈzɔrɡən/

Etymologie (Engels)

From Middle High German sorgen, from Old High German sorgēn, from Proto-Germanic *surgāną, ultimately from Proto-Indo-European *swergʰ- (“watch over, worry; be ill, suffer”). Cognate with English sorrow.

Zinnen

Wir werden auch dafür sorgen müssen , dass wir Malta nicht im Stich lassen .

We zullen er ook voor moeten zorgen dat we Malta niet in de steek laten.