bleiben

Betekenis (Engels)

1. (class-1,copulative,strong) to remain (to continue to be)
2. (class-1,intransitive,strong) to keep (on); to continue [with infinitive ‘doing something’] (see usage notes below)
3. (class-1,intransitive,strong) to stay; to remain in a place
4. (class-1,intransitive,strong) to be; to be stuck (implying tardiness)
5. (class-1,intransitive,strong) to be left
6. (class-1,intransitive,strong) to stick, to stay
7. (auxiliary,class-1,strong) to remain

Concepten

blijven

verblijven

overblijven

resten

resteren

toeven

zijn

blijven

overblijven

verblijven

wachten

overblijfsels

restjes

talmen

treuzelen

achterblijven

lanterfanten

rondhangen

aanblijven

gelegen zijn

Met koppelteken als

blei‧ben

Uitgesproken als (IPA)

/ˈblaɪ̯bən/

Etymologie (Engels)

From Middle High German blīben, belīben (“to remain in the same position, pause, blin”), from Old High German bilīban (“to remain”), from Proto-Germanic *bilībaną (“to remain”), from Proto-Indo-European *leyp- (“to stick, glue”). Cognate with Dutch blijven (“to remain”), English belive (“to remain, stay”). More at belive.

Zinnen

Auch die Beziehungen zwischen Israel und Palästina bleiben schwierig .

De relaties tussen Israël en Palestina blijven ook moeilijk.

Gleichzeitig kann der Preis konkurrenzfähig bleiben .

Tegelijkertijd kan de prijs concurrerend blijven.

Das darf nicht nur eine rhetorische Verpflichtung bleiben .

Dit moet niet alleen een retorische verplichting blijven.