zegt…
Wiedział Werkwoord dobrze Bijwoord , że Ondergeschikte conjunctie nie Deeltje zdoła Werkwoord mówić 🗣️ Werkwoord z Adpositie żoną Zelfstandig naamwoord poufnie Bijwoord .
Werkwoord
Bijwoord
Ondergeschikte conjunctie
Deeltje
Werkwoord
🗣️
Werkwoord
Adpositie
Zelfstandig naamwoord
Bijwoord
Hij wist goed dat hij niet vertrouwelijk met zijn vrouw zou kunnen spreken. Hij wist goed dat hij niet vertrouwelijk met zijn vrouw zou kunnen spreken .
Collecties
👨👩👧👦
Family
Woorden en zinnen
wiedział
third-person singular masculine past of wiedzieć
dobrze
-
- well (in a correct or proper manner)
- well (in a positive manner)
- well (in a manner that one might expect something positive)
- well (in a kind, compassionate, or fair manner)
- well (in an approving manner)
- well (such that the suggested course of action would be the wisest)
- well (not sick)
- abundantly; profusely
- well; Further details are uncertain.
że
-
introduces a subordinate clause; that
nie
-
negation particle; no, not
zdoła
third-person singular future of zdołać
🗣️
mówić
- to say, to tell (to vocalize using words)
- to call, to name (to speak using a particular name)
- to say, to tell (to indicate how someone should proceed or act)
- to say, to tell (to be an indicator or sign of something else)
- to say; to go, to tell about (to contain or communicate specific information on a topic)
- to say, to tell (to communicate by non-verbal means)
z
-
The thirtieth letter of the Polish alphabet, called zet and written in the Latin script.
poufnie
- confidentially
- off the record, unofficially