zegt…
Nie Deeltje zasłaniają one Voornaamwoord całej Bijvoeglijk naamwoord ciemności Zelfstandig naamwoord , lecz Coördinerende conjunctie widać Werkwoord ją Voornaamwoord wszędzie Bijwoord pomiędzy Adpositie nimi Voornaamwoord .
Deeltje
Voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Coördinerende conjunctie
Werkwoord
Voornaamwoord
Bijwoord
Adpositie
Voornaamwoord
Ze bedekken niet de hele duisternis, maar je kunt het overal tussen hen zien. Ze bedekken niet de hele duisternis , maar je kunt het overal tussen hen zien.
Woorden en zinnen
nie
-
negation particle; no, not
one
they; nonvirile third-person plural pronoun, used for all groups not containing men
całej
feminine genitive/dative/locative singular of cały
ciemności
- genitive singular of ciemność
- dative singular of ciemność
- locative singular of ciemność
- vocative singular of ciemność
- nominative plural of ciemność
- genitive plural of ciemność
- accusative plural of ciemność
- vocative plural of ciemność
lecz
-
but
ją
accusative singular of ona
pomiędzy
- denotes movement; to in between
- denotes location; between
- denotes objects mutually affected by something; between, among
nimi
- instrumental of oni
- instrumental of one