zegt…
Woorden en zinnen
hij
Third-person singular, masculine, subjective: he.
heeft
- third-person singular present indicative of hebben; has.
- second-person (u) singular present indicative of hebben; have.
absoluut
- absolute, complete, perfect
- absolute, absolutist, absolutistic (pertaining to the absolute sovereignty of rulers)
gelijk
-
- equal, like, alike
- equal, equivalent