resolver

Betekenis

1. (transitive) to solve; to resolve (to find an answer or solution)
2. (catenative) to decide
3. (catenative,pronominal) to decide
4. (transitive) to dissolve; to dissipate
5. (transitive) to annul (to formally revoke the validity of)
6. (pronominal) to fade away
7. (pronominal) to consist

Met koppelteken als

re‧sol‧ver

Uitgesproken als (IPA)

/ʁe.zowˈve(ʁ)/

Etymologie

From Latin resolvere (“to release”), from re- (“again”) + solvō (“to loosen, to unbind”).

Zinnen

Há também muitas maneiras de resolver o problema .

Er zijn ook veel manieren om het probleem op te lossen.

Não entre no plano desta opulência para resolver todas as objeções .

Voer het vlak van deze weelde niet in om alle bezwaren op te lossen.