A2

słyszę

Betekenis

first-person singular present of słyszeć

Met koppelteken als
sły‧szę
Uitgesproken als (IPA)
/ˈswɨ.ʂɛ/
słyszeć

  1. to hear (to perceive with the ear)
  2. to hear (to find out about by hearing) [+ od (genitive) = from whom], [+ o (locative) = about what]
  3. to hear each other, to hear one another (to perceive one another with the ears)

Pools

Begin met het leren van Pools met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " słyszę " en vele andere woorden en zinnen in Pools .

Ga naar onze Pools cursuspagina

Comments