straf
Betekenis (Engels)
-
- (feminine) a punishment, penalty, sanction
- (feminine) a discomfort, misfortune
Concepten
straf
zwaar
sterk
bar
duchtig
hard
streng
bestraffing
fiks
geducht
krachtig
machtig
boete
afstraffing
straffe
zware
ergernis
moeite
pijn
poging
verdriet
wee
zeer
disciplinaire maatregel
sanctie
vergelding
bezoeking
kastijding
boetedoening
geldboete
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/strɑf/
Etymologie (Engels)
Early modern Dutch straffe, derived from straffen. Compare German Strafe.
Nieuw
straffen
-
- (transitive) to punish
- (transitive) to sentence
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " straf " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes