dag
Betekenis (Engels)
-
- (masculine) day (period of 24 hours)
- (masculine) daytime (time between sunrise and sunset)
- (masculine) a meeting or assembly with legal or political power, originally convened on a specific day; a diet
Synoniemen
tot weerziens
goeiendag
tot gauw
toedelpip
ciao
hoie
toedeltjes
toedels
doei doei
goede dag
dezer dagen
de volgende dag
laters
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/dɑx/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch dach, from Old Dutch dag, from Proto-West Germanic *dag, from Proto-Germanic *dagaz.
Markeer dit
Verbeter je uitspraak
Schrijf dit woord
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " dag " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen
Questions