magasin

Betekenis (Engels)

1. shop, store
2. warehouse, storehouse
3. magazine (repository of armaments)
4. magazine (part of a weapon)
5. barn

Concepten

winkel

magazijn

zaak

opslagplaats

pakhuis

boetiek

markt

opslagruimte

berghok

computerwinkel

bergruimte

bewaarplaats

bibliotheek

depot

houder

Synoniemen

boutique

entrepôt

dépôt

commerce

réserve

grenier

bibliothèque

débarras

grange

stock

marché

remise

cellier

chambrette

manutention

société de commerce

enterpôt

reposée

tienda

action

lieu de dépôt

boutique en ligne

chargeur

dépense

échoppe

établissement

hangar

intrigue

magasin virtuel

maison

🏠

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ma.ɡa.zɛ̃/

Etymologie (Engels)

Inherited from Old French maguesin, from Arabic مَخَازِن (maḵāzin), plural of مَخْزَن (maḵzan, “storeroom, storehouse”), from خَزَنَ (ḵazana, “to store, to stock, to lay up”). Doublet of magazine.

Zinnen

Quand j'ai été au magasin , ils n'avaient pas de pommes .

Toen ik in de winkel was, hadden ze geen appels.