emploi

Betekenis (Engels)

1. job
2. employment
3. use; need
4. use, application

Concepten

baan

🛣️

werk

betrekking

ambt

🏢

werkgelegenheid

beroep

werkkring

plaats

arbeid

vak

post

gebruik

wachtpost

emplooi

tewerkstelling

job

roeping

aanwending

toepassing

usance

werkplek

gewenning

werkvoorziening

benutting

vormlijkheid

projekt

taak

aanwensel

bedrijfstak

bedrijvigheid

besteding

ceremonie

functie

gewoonte

hebbelijkheid

inzet

karwei

onderneming

plechtigheid

procedure

professie

project

Synoniemen

travail

utilisation

usage

métier

fonction

place

tâche

profession

poste

🏣

application

occupation

service

office

employer

utiliser

job

entreprise

coutume

activité

vocation

gare

🚉

position

pratique

recherche

rôle

situation

station

🚉

appelant

besogne

embauche

positionnement

travers

secteur d’activité

projetons

groupe de projet

accordailles

employment

appel

besoin

boulot

cérémonie

chômage

chose

consommation

corvée

devoir

emplacement

exercice

exploitation

faire

fiançailles

grâce

habitude

lieu

mettre

mission

placer

poser

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ɑ̃.plwa/

Etymologie (Engels)

From employer.