zegt…
" Wtedy Bijwoord szykuje się Voornaamwoord on 👨 Voornaamwoord do Adpositie uderzenia Zelfstandig naamwoord z góry ; to Extra jego Voornaamwoord ulubione Bijvoeglijk naamwoord uderzenie Zelfstandig naamwoord ."
Bijwoord
Voornaamwoord
👨
Voornaamwoord
Adpositie
Zelfstandig naamwoord
Extra
Voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
"Dan maakt hij zich klaar om van bovenaf te slaan; dit is zijn favoriete klap." " Dan maakt hij zich klaar om van bovenaf te slaan ; dit is zijn favoriete klap ."
Woorden en zinnen
wtedy
- back then, then (at that time)
- at the time
się
-
- reflexive pronoun; oneself, self
- each other, one another
- one's own home
👨
on
he (for animate nouns), it (for inanimate nouns)
do
- denotes allative movement; to, toward
- denotes illative movement; into, in
- denotes purpose; for, to
- denotes the subject of an address or action; to
- until, till, to
- up to, as many as
- denotes a deadline; by (indicates an intended deadline)
uderzenia
- genitive singular of uderzenie
- nominative plural of uderzenie
- accusative plural of uderzenie
- vocative plural of uderzenie
to
-
- used to attribute to the known object a characteristic that helps one know more about the topic; may optionally be followed by jest
- used to juxtapose elements that are equivalent
- used to indicate that the subject of the conversation has peculiarities which are familiar to the interlocutors, so that nothing else needs to be said about it in order to understand the topic
- in that case, then (used in if-constructions)
jego
- his: possessive pronoun of on
- its: possessive pronoun of ono
uderzenie
- verbal noun of uderzyć
- blow, hit, punch
- lash